Klik op de foto voor vergroting/lezing van de tekst |
Translate
zondag 31 mei 2020
zaterdag 30 mei 2020
Wereldoorlogkranten beter doorzoekbaar
Crowdsourcing maakt kranten uit de zeventiende eeuw en Tweede-Wereldoorlogskranten beter doorzoekbaar.
Op Delpher, de website met historisch Nederlandse publicaties, is vanaf deze week de transcriptie van 6.000 Nederlandstalige kranten uit de zeventiende eeuw en een deel van de Tweede-Wereldoorlogskranten doorzoekbaar.
Monsterklus
Ruim 200 vrijwilligers hebben de afgelopen vijf jaar de krantenartikelen handmatig overgetikt en daarna het resultaat nog eens gecorrigeerd. Een monsterklus van bijna 18 miljoen woorden. Het crowdsourcingproject is een samenwerking van de Koninklijke Bibliotheek en het Meertens Instituut.
Lees meer!
Op Delpher, de website met historisch Nederlandse publicaties, is vanaf deze week de transcriptie van 6.000 Nederlandstalige kranten uit de zeventiende eeuw en een deel van de Tweede-Wereldoorlogskranten doorzoekbaar.
Monsterklus
Ruim 200 vrijwilligers hebben de afgelopen vijf jaar de krantenartikelen handmatig overgetikt en daarna het resultaat nog eens gecorrigeerd. Een monsterklus van bijna 18 miljoen woorden. Het crowdsourcingproject is een samenwerking van de Koninklijke Bibliotheek en het Meertens Instituut.
Lees meer!
vrijdag 29 mei 2020
Wat betekent de klimaatverandering voor U?
Wilt u weten, wat de klimaatverandering voor u in de toekomst betekent? ESRI maakt dit door middel van kaarten duidelijk.
De situatie van nu wordt vergeleken met de verwachte veranderingen in 2050.
Per postcode
Het betreft gegevens over zaken als droogte, hitte, wateroverlast en overstroming. Kwesties, die op dit moment van droogte, volop spelen. Voer daarom uw postcode in en kom erachter wat klimaatverandering voor u betekent
Bekijk
donderdag 28 mei 2020
Al een 'underboob’-bikini?
We hadden er nog geen kennis van genomen, maar Het Laatste Nieuws schreef er over: de nieuwste mode op het gebied van badkleding voor vrouwen: de underboob-bikini.
Het concept is eenvoudig: het nieuwe decolleté bevindt zich aan de onderkant. Dus geen diep uitgesneden bikinitopjes, maar een lapje stof dat je borsten onderaan nét niet meer bedekt.
Volleybal
'Al trek je waarschijnlijk toch maar beter een andere bikini aan als je volleybalplannen hebt', aldus het kosteloze advies van het dagblad. Sterren en topmodellen vallen inmiddels massaal voor deze bikini, zo lezen we. Genoemd worden de voor ons onbekende Bella Hadid (zie foto) en de voor ons al even onbekende Britse zangeres Rita Ora.
Bron: Steeds meer sterren zijn fan van ‘underboob’-bikini’s
Het concept is eenvoudig: het nieuwe decolleté bevindt zich aan de onderkant. Dus geen diep uitgesneden bikinitopjes, maar een lapje stof dat je borsten onderaan nét niet meer bedekt.
Volleybal
'Al trek je waarschijnlijk toch maar beter een andere bikini aan als je volleybalplannen hebt', aldus het kosteloze advies van het dagblad. Sterren en topmodellen vallen inmiddels massaal voor deze bikini, zo lezen we. Genoemd worden de voor ons onbekende Bella Hadid (zie foto) en de voor ons al even onbekende Britse zangeres Rita Ora.
Bron: Steeds meer sterren zijn fan van ‘underboob’-bikini’s
woensdag 27 mei 2020
dinsdag 26 mei 2020
Ons land is één grote snakbar
De column van Youp van 't Hek van afgelopen zaterdag 23 mei in de NRC was vanwege de coronacrisis de moeite waard. We citeren hierna het eerste deel van 'Snakbar' en raden u graag aan de gehele column, dus ook het vervolg, te lezen.
Als ik ’s morgens wakker word pak ik altijd eerst mijn tablet en kijk ik wat er gebeurd is in de wereld. Pas daarna neem ik koffie. Gisterochtend werd ik vrolijk van een interview met Taco Dibbits, de directeur van het Rijksmuseum. In de Volkskrant vertelde hij dat er tijdens de coronacrisis heel veel mensen naar zijn museum hadden gebeld. Volgens Taco moeten we goed naar die mensen luisteren.
Ik dacht maar één ding: naar die mensen moet je dus juist niet luisteren. Want wie gaat er nou naar het Rijksmuseum bellen op het moment dat een hoop bejaarden op hun buik naar lucht liggen te happen? Of juist alles op alles zetten om te voorkomen dat ze in deze benauwde zeehondjespositie op een IC belanden. Als je dan het Rijksmuseum gaat bellen dan is er iets goed mis met je. Vroeger zeiden wij: “Die halvegare is hartstikke koekoek!”
Maar de museumdirecteur heeft dus met betraande ogen naar deze tere kunstzielen in nood geluisterd. Uiteraard vroeg hij in het interview de overheid indirect om geld voor zijn kunsttoko in nood. Ik dacht: hij kan natuurlijk ook een of twee van die doekjes verkopen. Een Vermeer en een Rembrandt bijvoorbeeld. Een kniesoor die het merkt. Doekjes voor het bloeden.
Ik moest vooral lachen om de melodramatische toon van het interview. Gelukkig viel het woord ‘snakken’ al in de eerste alinea. Dibbits snakt naar de heropening. Zoals op dit moment heel Nederland snakt. De strandtenthouders, de sportschoolboeren, het artiestenvolk, de sekswerkers, het voetbalpubliek. Ons land is één grote snakbar.
Lees de gehele column
Als ik ’s morgens wakker word pak ik altijd eerst mijn tablet en kijk ik wat er gebeurd is in de wereld. Pas daarna neem ik koffie. Gisterochtend werd ik vrolijk van een interview met Taco Dibbits, de directeur van het Rijksmuseum. In de Volkskrant vertelde hij dat er tijdens de coronacrisis heel veel mensen naar zijn museum hadden gebeld. Volgens Taco moeten we goed naar die mensen luisteren.
Ik dacht maar één ding: naar die mensen moet je dus juist niet luisteren. Want wie gaat er nou naar het Rijksmuseum bellen op het moment dat een hoop bejaarden op hun buik naar lucht liggen te happen? Of juist alles op alles zetten om te voorkomen dat ze in deze benauwde zeehondjespositie op een IC belanden. Als je dan het Rijksmuseum gaat bellen dan is er iets goed mis met je. Vroeger zeiden wij: “Die halvegare is hartstikke koekoek!”
Maar de museumdirecteur heeft dus met betraande ogen naar deze tere kunstzielen in nood geluisterd. Uiteraard vroeg hij in het interview de overheid indirect om geld voor zijn kunsttoko in nood. Ik dacht: hij kan natuurlijk ook een of twee van die doekjes verkopen. Een Vermeer en een Rembrandt bijvoorbeeld. Een kniesoor die het merkt. Doekjes voor het bloeden.
Ik moest vooral lachen om de melodramatische toon van het interview. Gelukkig viel het woord ‘snakken’ al in de eerste alinea. Dibbits snakt naar de heropening. Zoals op dit moment heel Nederland snakt. De strandtenthouders, de sportschoolboeren, het artiestenvolk, de sekswerkers, het voetbalpubliek. Ons land is één grote snakbar.
Lees de gehele column
maandag 25 mei 2020
Wie heeft er een meikever gezien?
Al enige jaren houdt mij de vraag bezig, waarom ik in mijn haagbeuken in mijn tuin nooit een meikever aantref.
Vroeger in mijn kinderjaren gingen we altijd in de haagbeuk rond het nabije 'oude kerkhof' naar meikevers zoeken en we vonden ze altijd!
In een potje
We noemden ze 'mulders' en gingen dus mulders vangen. We stopten ze vervolgens in een potje, deden er bladeren van de haagbeuk bij en maakten gaatjes in de deksel. Daarna voelden we ons voldaan en tevreden.
Speurwerk
Speurwerk op internet leverde op, dat de meikever zeldzamer is geworden, niet alleen in Nederland en België, maar in geheel West-Europa. De reden? Toen er nog geen bestrijdingsmiddelen waren, veroorzaakte de kever veel schade aan de gewassen en vormde zo een serieuze bedreiging voor de voedselvoorziening. Na de komst van insecticiden in de twintigste eeuw is de kever veel zeldzamer en in sommige streken is de soort volledig uitgeroeid.
Vraag
Mijn vraag is nu: wie heeft er deze maand een meikever gezien?
zondag 24 mei 2020
Wat zijn de 25 meest gesproken talen in de wereld?
Wat zijn de 25 meest gesproken talen in de wereld? Inderdaad, Engels is de meest gesproken taal en staat nummer 1. Wat denkt u, wat de tweede taal is?
Verspreiding van het Engels |
We kunnen in ieder geval al wel vast verklappen, dat het Nederlands niet in de lijst voorkomt.
Bekijk
zaterdag 23 mei 2020
900.000 bezoekers overschreden
Vandaag, zondag 23 mei 2020, hebben we het aantal van 900.000 bezoekers overschreden.
Deze weblog is dus op weg naar de 1 miljoen!
vrijdag 22 mei 2020
donderdag 21 mei 2020
woensdag 20 mei 2020
Wat was het belangrijkste onderwerp van de persconferentie van gisteravond?
Gisteravond was er weer een belangrijke persconferentie van premier Rutte en minister De Jonge over de bestrijding van het coronavirus. Dus hebben we de persconferentie en daarna Twitter nauwkeurig gevolgd. Welk onderwerp was 'trending?
Oftewel: wat was volgens de twitteraars de belangrijkste maatregel? Was het de verdergaande versoepeling? Of bv. dat de sportscholen nog dichtblijven? Of de 30 personen in de horeca?
Wissel van het jaar
Nee, allemaal mis, het was de wissel van het jaar! Gebarentolk Irma Sluis werd tijdens de uitzending plotseling vervangen door collega Corline Koolhof.
Een stroom aan tweets op Twitter volgde. Hierna een selectie uit de vele reacties:
Een stroom aan tweets op Twitter volgde. Hierna een selectie uit de vele reacties:
Dit is de grootst aangekondigde verandering van vanavond...
Daan
Irma sluis na haar tolkwissel in de 25e minuut: ‘Ja, natuurlijk wil je het liefst de hele persconferentie afmaken, ik had het gevoel nog belangrijk te kunnen zijn voor het team. Verder moeten jullie er niet te veel achter zoeken dat ik Corline Koolhof geen hand gaf bij de wissel’
Bas Mouter
2004: WAAROM WISSELT IE ROBBEN?!!1!
2020: WAAROM WISSELT IRMA?!!
Pieter van Breevoort
Slechtste wissel sinds Robben.
Steven Emmens
De wissel van Advocaat...
De wissel van Kramer...
De wissel van Irma..
Kukeltje
"Ook bij de wissel van Irma Sluis voor een andere doventolk zijn we vollédig afgegaan op onze experts", aldus Mark Rutte. "Volgens Dick Advocaat en Gerard Kemkers was dit echt het beste."
Kasper Soeters
Waarom krijgt Irma geen applaus bij deze wissel?
Jess
De pers kan de blamage van alle eerdere domme vragen in één keer goedmaken door nu tot op de bodem door te vragen waarom Irma werd gewisseld.
MrKoets
De eerste vraag had natuurlijk moeten zijn: waarom wordt Irma Sluis gewisseld?
Jan Eikelboom
Na de terrassen, de sportscholen, de bioscoop, het theater, de kroeg én de parenclub PAKKEN ZE NU OOK IRMA AF!
Merel Morre
Ik was in slaap gevallen, werd wakker en Irma was blond....
Jozian Zonnevijlle
Mag je invallen voor Irma en dan gaat Hugo de Jonge zich met je werk bemoeien
Carola Steenbergen
Oké, ik ben nog steeds in de war...
- Waar is Irma?
- Was ze moe?
- Gaat alles goed?
- Waarom was deze tolk-wissel nog niet uitgelekt in de media?
Zoveel vragen, zo weinig antwoorden...!
Daan
Irma krijgt een tolkshow bij de commercielen
Mattie
Gerucht gaat dat Irma voor een bedrag met zeven nullen naar de Chinese overheid is getransfereerd
Wytse van der Goot
Uiteindelijk biedt de NOS uitkomst:
dinsdag 19 mei 2020
Bekijk de Oehoe met haar drie uilskuikens
Het trekt allerwegen de aandacht: de Oehoe en haar drie jongen op het balkon van de Nederlander Jos Baart. De vogels hebben zich genesteld in een bloembak voor het raam.
Baart woont in het centrum van het Belgische Geel, een plaats met zo'n 40.000 inwoners. Dat de oehoe en haar jongen zich daar vertonen en ook blijven, is zeer bijzonder. De dieren zijn schuw en laten zich normaal amper zien.
Nesten
De oehoe had zich al eens eerder bij Baart op het balkon genesteld en daar ook twee eieren gelegd, maar die werden niet uitgebroed, vertelde Baart bij Vroege Vogels op NPO Radio 1. Begin februari ontdekte hij weer drie eieren in de bloembak en daarmee lukte het wel. Baart zocht de broedtijd op en rekende erop dat de eieren rond Pasen zouden uitkomen. "Het werd 11 april, Paaszaterdag. Het klopte precies."
TV-kijken
Inmiddels zijn de jongen vijf weken oud en ziet Baart dagelijks hun kopjes voor het raam. "Feest", zegt hij daarover. "Soms zitten ze met z'n drieën voor het glas en zien ze de schitteringen van de televisie. Dan zitten ze alle drie tv te kijken."
Nog twee maanden
Baarts zegt op Facebook dat de oehoes naar verwachting nog twee maanden op zijn balkon blijven voordat ze uitvliegen.
Pissebedden
Twitteraar Arjen Douwes reageert op dit nieuws: 'Ik heb ook een plantenbak voor m’n raam. Met pissebedden. Maar daar hoor je niemand over.'
Bekijk
maandag 18 mei 2020
Acht tips tegen bladluizen
Welk beestje keert ieder jaar weer onuitgenodigd terug op je bloemen en planten? Dat is de bladluis. Vanaf mei beginnen de luizen aan een razendsnelle opmars. Hoe houd je die tegen?
Kassa van BNNVARA publiceert acht milieuvriendelijke tips voor u om bladluis te bestrijden.
Terugkeer
Mei is de maand van de terugkeer van de bladluis in de tuin of op het balkon. In een paar dagen tijd kan een plant helemaal onder de luizen zitten. Ze zijn groen, zwart, wit, geel, rood en soms paars van kleur. De beestjes genieten van de sappen van de plant waarop ze zich hebben genesteld. Mieren zijn hun beste vrienden, omdat die meegenieten van de honingdauw die bladluizen uitscheiden. Planten lijden echt onder de luis. Ze kunnen verdrogen, besmet raken met virussen, groeiproblemen krijgen en zelfs afsterven. Tijd daarom voor acht tips om de bladluis aan te pakken.
1. Wees er vroeg bij
Controleer je planten en bloemen regelmatig op de aanwezigheid van bladluizen. Vergeet de onderkant van bladeren niet, daar zitten ze ook graag. In het beginstadium, als ze nog met weinigen zijn, kun je ze met de hand verwijderen en fijn drukken.
2. Water en zeepsop
Een probaat middel is water met wat afwasmiddel erin. Luizen houden niet van water en ook niet van zeep op een plant. Doe het water en het afwasmiddel in een plantenspuit en zet de straal op de bladluizen. Herhaal dit een paar keer over een paar dagen verspreid indien nodig. Vaak voegen mensen ook nog spiritus toe, maar dat is niet zo goed voor de insecten in de tuin.
3. Vervelende geurtjes toevoegen
Je kunt water dat je met de bloemspuit op de luizen richt ook van een vervelende geur voorzien. Eenmaal weggespoten zullen ze de geurende plant niet opnieuw aandoen vanwege de stank. Gebruik hiervoor een aftreksel van uien of knoflook. Als je de snippers ui of knoflook een paar dagen in het water hebt laten liggen, is het geschikt om in te zetten als bestrijdingsmiddel.
4. Tuinslang
Je kunt planten met luizen ook afspoelen met de tuinslang, uiteraard zonder al te harde straal. Anders beschadig je mogelijk bladeren of bloemen. Ook deze methode moet soms herhaald worden voor voldoende effectiviteit.
5. Onderdompelen
Een losse tuin- of kamerplant met luis kun je onderdompelen in water, waardoor de luizen loskomen van bladeren en stengels. Controleer wel even of de plantensoort bestand is tegen zo'n waterbad. Sommige planten kunnen slecht tegen te veel water.
6. Natuurlijke vijanden
Een natuurlijke vijand van de luis is het lieveheersbeestje. Larven en volwassen exemplaren kunnen duizenden luizen verorberen. Je kunt de lieveheersbeestjes of hun larfjes bij sommige tuincentra kopen, mochten ze niet in je tuin rondkruipen of -vliegen. Andere natuurlijke vijanden van bladluizen zijn de oorwurm en de sluipwesp.
7. Plant geurige planten
Je kunt op strategische plekken in de tuin of op het balkon sterk geurende planten plaatsen. Luizen zijn niet zo gek op bijvoorbeeld knoflookplant, lavendel, bonenkruid en dille.
8. Knip aangetaste delen weg
Hebben de bladluizen al flink huisgehouden? Knip de bloemen, bloemknoppen of bladeren die zijn aangetast, met luizen en al weg. Gooi de restanten, bijvoorbeeld verpakt in plastic of een krant, in de vuilnisbak, zodat de luizen geen comeback kunnen maken.
Bron: Kassa
Kassa van BNNVARA publiceert acht milieuvriendelijke tips voor u om bladluis te bestrijden.
Terugkeer
Mei is de maand van de terugkeer van de bladluis in de tuin of op het balkon. In een paar dagen tijd kan een plant helemaal onder de luizen zitten. Ze zijn groen, zwart, wit, geel, rood en soms paars van kleur. De beestjes genieten van de sappen van de plant waarop ze zich hebben genesteld. Mieren zijn hun beste vrienden, omdat die meegenieten van de honingdauw die bladluizen uitscheiden. Planten lijden echt onder de luis. Ze kunnen verdrogen, besmet raken met virussen, groeiproblemen krijgen en zelfs afsterven. Tijd daarom voor acht tips om de bladluis aan te pakken.
1. Wees er vroeg bij
Controleer je planten en bloemen regelmatig op de aanwezigheid van bladluizen. Vergeet de onderkant van bladeren niet, daar zitten ze ook graag. In het beginstadium, als ze nog met weinigen zijn, kun je ze met de hand verwijderen en fijn drukken.
2. Water en zeepsop
Een probaat middel is water met wat afwasmiddel erin. Luizen houden niet van water en ook niet van zeep op een plant. Doe het water en het afwasmiddel in een plantenspuit en zet de straal op de bladluizen. Herhaal dit een paar keer over een paar dagen verspreid indien nodig. Vaak voegen mensen ook nog spiritus toe, maar dat is niet zo goed voor de insecten in de tuin.
3. Vervelende geurtjes toevoegen
Je kunt water dat je met de bloemspuit op de luizen richt ook van een vervelende geur voorzien. Eenmaal weggespoten zullen ze de geurende plant niet opnieuw aandoen vanwege de stank. Gebruik hiervoor een aftreksel van uien of knoflook. Als je de snippers ui of knoflook een paar dagen in het water hebt laten liggen, is het geschikt om in te zetten als bestrijdingsmiddel.
4. Tuinslang
Je kunt planten met luizen ook afspoelen met de tuinslang, uiteraard zonder al te harde straal. Anders beschadig je mogelijk bladeren of bloemen. Ook deze methode moet soms herhaald worden voor voldoende effectiviteit.
5. Onderdompelen
Een losse tuin- of kamerplant met luis kun je onderdompelen in water, waardoor de luizen loskomen van bladeren en stengels. Controleer wel even of de plantensoort bestand is tegen zo'n waterbad. Sommige planten kunnen slecht tegen te veel water.
6. Natuurlijke vijanden
Een natuurlijke vijand van de luis is het lieveheersbeestje. Larven en volwassen exemplaren kunnen duizenden luizen verorberen. Je kunt de lieveheersbeestjes of hun larfjes bij sommige tuincentra kopen, mochten ze niet in je tuin rondkruipen of -vliegen. Andere natuurlijke vijanden van bladluizen zijn de oorwurm en de sluipwesp.
7. Plant geurige planten
Je kunt op strategische plekken in de tuin of op het balkon sterk geurende planten plaatsen. Luizen zijn niet zo gek op bijvoorbeeld knoflookplant, lavendel, bonenkruid en dille.
8. Knip aangetaste delen weg
Hebben de bladluizen al flink huisgehouden? Knip de bloemen, bloemknoppen of bladeren die zijn aangetast, met luizen en al weg. Gooi de restanten, bijvoorbeeld verpakt in plastic of een krant, in de vuilnisbak, zodat de luizen geen comeback kunnen maken.
Bron: Kassa
zondag 17 mei 2020
zaterdag 16 mei 2020
vrijdag 15 mei 2020
Hoe goed kent u Nederland?
Kent U Nederland goed? Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft hiervoor een mooie quiz gemaakt.
De quiz telt 12 onderwerpen, waaruit u kunt kiezen. Na afloop ziet u of u boven of onder het goede percentage van de gemiddelde Nederlander zit.
Leuk
De Quiz is weliswaar gemaakt voor het voortgezet onderwijs, maar is voor iedereen een leerzaam en leuk tijdverdrijf!
Doe mee
* CBS-Quiz over Nederland
De quiz telt 12 onderwerpen, waaruit u kunt kiezen. Na afloop ziet u of u boven of onder het goede percentage van de gemiddelde Nederlander zit.
Leuk
De Quiz is weliswaar gemaakt voor het voortgezet onderwijs, maar is voor iedereen een leerzaam en leuk tijdverdrijf!
Doe mee
* CBS-Quiz over Nederland
donderdag 14 mei 2020
Graaf voorzichtig met een KLIC-melding
Wilt u gaan graven in uw tuin, maar bent u bang, dat u daarbij een ondergrondse kabel, bv. een gas- of elektriciteitsleiding, raakt? Dan is een KLIC-melding handig. Want jaarlijks wordt in Nederland ongeveer 20.000 keer schade gemaakt aan gas- en stroomleidingen.
Gaat u (laten) graven met een machine? Dan bent u zelfs wettelijk verplicht vooraf een KLIC-melding te doen. Dat doet u bij het Kadaster en de kosten bedragen 15 euro.
KLIC-melding
Gaat u (laten) graven met een machine? Dan bent u zelfs wettelijk verplicht vooraf een KLIC-melding te doen. Dat doet u bij het Kadaster en de kosten bedragen 15 euro.
KLIC-melding
Na de melding ontvangt u kabel- en leidinginformatie van de plek waar u gaat graven. U gebruikt deze informatie om graafschade en gevaarlijke situaties te voorkomen. De informatie moet tijdens het graven op de locatie van het graafwerk aanwezig zijn.
U ontvangt de volgende informatie
* gegevens aangevraagde graaflocatie
* overzicht van netbeheerders die informatie gaan verstrekken
* mail met downloadlink naar zip-bestand met kabel- en leidinginformatie
Link
* KLIC-melding Kadaster
U ontvangt de volgende informatie
* gegevens aangevraagde graaflocatie
* overzicht van netbeheerders die informatie gaan verstrekken
* mail met downloadlink naar zip-bestand met kabel- en leidinginformatie
Link
* KLIC-melding Kadaster
woensdag 13 mei 2020
Handen schudden kan weer in Spakenburg
Afgelopen twee dagen was de politie van de gemeente Bunschoten aanwezig in het centrum van Spakenburg. Ze wilden weten wat er speelt in het vissersdorp.
Om toch handen te kunnen geven hadden ze een nep-hand meegenomen. Deze werd elke keer na contact schoon gemaakt.
Gepaste afstand
Door de nep-hand raakten mensen al snel in gesprek met de agenten. Kortom, een eerste introductie van het 'nieuwe handen schudden'!
Bekijk
* Meer foto's
Om toch handen te kunnen geven hadden ze een nep-hand meegenomen. Deze werd elke keer na contact schoon gemaakt.
Gepaste afstand
Door de nep-hand raakten mensen al snel in gesprek met de agenten. Kortom, een eerste introductie van het 'nieuwe handen schudden'!
Bekijk
* Meer foto's
dinsdag 12 mei 2020
Hebt u het ook moeilijk?
Bijna alle beroepen hebben het tijdens deze coronapandemie moeilijk.
Staat uw baan er al bij?
Staat uw baan er al bij?
- De dokter is er goed ziek van.
- De tandarts trekt het niet meer.
- De elektricien kan de spanning niet meer aan.
- De exporteur voert niets uit.
- De boswachter ziet door de bomen het bos niet meer.
- De brandweermannen zijn uitgeblust.
- De kweker zit op zwart zaad.
- De opticien wenst iedereen sterkte.
- De postbode is erg bezorgd.
- De treinmachinist is het spoor bijster
- De kappers zitten met de handen in het haar.
- De bakker ziet er géén brood in
- De slagers hebben niet genoeg vet op hun botten.
- De nagelstilist heeft geen nagel om aan z'n gat te krabben.
- De wielrenner kan niet rondkomen.
- De aardappelboer zit in de puree
- De voetballer heeft geen doel meer
- De deejay draait door.
- De uroloog is pissig.
- De gynaecoloog bevalt het niks
- De toiletjuffrouw zit in de shit.
- De kroegbaas is het goed zat.
- De piloot zit aan de grond.
- De calculator rekent nergens meer op.
- De loonwerker kan wel door de grond zakken.
- De loodgieter staat het water tot aan de lippen.
- De imker kan er met de kop niet bij.
- De windmolenbouwers gaan in hoger beroep.
- De acupuncturist steekt het.
- De inpakkers kunnen wel inpakken.
- Voor de behangers is er geen rol weggelegd.
- De rij-instructeur kan niet schakelen.
- Bij de cardioloog komt het “hart” aan.
- De cartoonist ziet geen tekenen van herstel.
- De audicien vind het ongehoord.
- De baggeraar vind het bagger.
- De dermatoloog krijgt het vel over de neus.
- De diëtist word aan het lijntje gehouden.
- De frezer heeft niets te vrezen.
- De gids is de weg kwijt.
- De reisleider komt er niet meer uit.
- De stratenmakers staan op de keien.
- De zwemleraar gaat kopje onder.
- De mijnwerkers zien het donker in.
- De pedicure heeft geen poot meer om op te staan.
- De zorg maakt zich zeer grote zorgen
Houd vol! Blijf gezond 💚
maandag 11 mei 2020
Hoe 75 jaar geleden een verzetsman toch nog om het leven kwam
Vandaag 75 jaar geleden – de bevrijding is net gevierd – komt verzetsman Frederik van Pijkeren op 29 jarige leeftijd om het leven. De Duitse bezetters zijn op 18 april 1945 door de Canadezen uit het Noord-Veluwse dorp Oldebroek verdreven. Frederik verleent als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten Oldebroek bijstand aan de afdeling ’t Harde van de BS bij het opsporen van achtergebleven SS-ers. Een collega BS-er lost het fatale schot.
Interview
Uw oom Frederik van Pijkeren en zijn tragische dood zijn de basis voor uw boek. Toch komen ook de burgemeester, dominees en verzetshelden ruimschoots aan bod.
,,Mijn oom was de aanleiding. In de oorlogstijd was hij wachtmeester bij de Parketwacht van de rechtbank in Zwolle. Politieman, zeg maar. Daarnaast was hij actief in het verzet en hielp hij onderduikers. Kort na de bevrijding was hij met collega’s van de Binnenlandse Strijdkrachten op zoek naar achtergebleven SS’ers op de heide bij ’t Harde. Een geweer van een van de andere verzetsmannen ging per ongeluk af, waardoor mijn oom dodelijk werd getroffen. Thuis werd hier niet over gesproken. Ik wilde daar graag meer over weten en zo is mijn zoektocht begonnen.”
Dominee Veening
,,Maar ik ontdekte zoveel, dat ik het breder heb getrokken. De rol van dominees in die tijd bijvoorbeeld. Zij waren actief in het verzet en wisten adressen om onderduikers onder te brengen. Met veel aandacht voor dominee Otto Veening, naar wie ook een straatnaam is vernoemd. Hij heeft zich uiteindelijk zelf van het leven beroofd. Iets dat niet bij iedereen bekend is.”
Burgemeester Bakker
,,Maar ook de lastige situatie van burgemeester Bakker, die tot september 1944 is blijven zitten. Toen is hij ondergedoken omdat hij een lijst met namen moest leveren voor tewerkstelling voor de IJssellinie. De wethouders, destijds formeel assistenten, zijn aangebleven. Na de oorlog heeft dit in de lokale politiek veel gedoe opgeleverd. Ook werd onderzoek gedaan naar de rol van Bakker. Hij is kritisch bekeken, maar men zegt dat hij is ondergewaardeerd. Hij zou zelfs een joods meisje onderdak hebben gegeven. Toch is hij de enige burgemeester naar wie geen straat is vernoemd.”
Hoe heeft u structuur aangebracht in al die informatie die u heeft verzameld?
,,Ik volg chronologisch het leven van mijn oom Frederik. Binnen die chronologie komen de andere facetten aan bod. In deel twee staan de verhalen van (oud-)Oldebroekers die de oorlog hebben meegemaakt. Op jonge leeftijd maakten zij deel uit van het verzet. Zoals Geerte Evink, die koerierster was en nog een herinnering aan mijn oom had.”
Heeft u na de uitgebreide zoektocht antwoord op alle vragen over uw oom?
,,Ik heb genoeg bewijzen gevonden dat de dood van mijn oom een tragisch ongeluk is geweest. Na de oorlog deden verhalen de ronde dat er meer aan de hand was. Maar in een proces-verbaal, dat ook in het boek is opgenomen, staat precies hoe het is gegaan. Ik heb zelfs gesproken met de kinderen van de man wiens geweer was afgegaan. Ze hadden er nooit iets over gehoord. Alleen de zoon had er op het sterfbed van zijn moeder wat van vernomen. Een van de kinderen geloofde het pas toen ze het proces verbaal las. Dat was een bijzondere ontmoeting.”
Wat heeft het boek voor u persoonlijk gebracht?
,,Op het dressoir van mijn tante stond altijd een foto van mijn oom, met een haarlokje. Die foto heb ik nu kunnen inkleuren. Maar ook alle informatie waarmee ik het boek heb kunnen verbreden. Dat heb ik met plezier gedaan. Anders was het bij een familieboekje gebleven. In 2018 ben ik begonnen en er dus twee jaar mee bezig geweest. En gekoerst op dit jaar om het uit te brengen. 75 jaar na de bevrijding en 75 jaar na de dood van mijn oom op 11 mei 1945.”
Boek
Het boek Verzet & Gezag, een geschiedenis van Oldebroek in de Tweede Wereldoorlog is in verschillende boekhandels op de Noord-Veluwe voor 19,50 euro te koop. Of te bestellen via info.verzet-en-gezag@kpnmail.nl
Lees:
* Het volledige interview met de Stentor: 'Hoe een familieboekje uitgroeide tot een oorlogsboek dat zich afspeelt in Oldebroek'
Lees ook:
* Het interview in het Reformatorisch Dagblad: 'Over de dood van verzetsman uit Oldebroek werd gezwegen'
Interview
Uw oom Frederik van Pijkeren en zijn tragische dood zijn de basis voor uw boek. Toch komen ook de burgemeester, dominees en verzetshelden ruimschoots aan bod.
,,Mijn oom was de aanleiding. In de oorlogstijd was hij wachtmeester bij de Parketwacht van de rechtbank in Zwolle. Politieman, zeg maar. Daarnaast was hij actief in het verzet en hielp hij onderduikers. Kort na de bevrijding was hij met collega’s van de Binnenlandse Strijdkrachten op zoek naar achtergebleven SS’ers op de heide bij ’t Harde. Een geweer van een van de andere verzetsmannen ging per ongeluk af, waardoor mijn oom dodelijk werd getroffen. Thuis werd hier niet over gesproken. Ik wilde daar graag meer over weten en zo is mijn zoektocht begonnen.”
Dominee Veening
,,Maar ik ontdekte zoveel, dat ik het breder heb getrokken. De rol van dominees in die tijd bijvoorbeeld. Zij waren actief in het verzet en wisten adressen om onderduikers onder te brengen. Met veel aandacht voor dominee Otto Veening, naar wie ook een straatnaam is vernoemd. Hij heeft zich uiteindelijk zelf van het leven beroofd. Iets dat niet bij iedereen bekend is.”
Burgemeester Bakker
,,Maar ook de lastige situatie van burgemeester Bakker, die tot september 1944 is blijven zitten. Toen is hij ondergedoken omdat hij een lijst met namen moest leveren voor tewerkstelling voor de IJssellinie. De wethouders, destijds formeel assistenten, zijn aangebleven. Na de oorlog heeft dit in de lokale politiek veel gedoe opgeleverd. Ook werd onderzoek gedaan naar de rol van Bakker. Hij is kritisch bekeken, maar men zegt dat hij is ondergewaardeerd. Hij zou zelfs een joods meisje onderdak hebben gegeven. Toch is hij de enige burgemeester naar wie geen straat is vernoemd.”
Hoe heeft u structuur aangebracht in al die informatie die u heeft verzameld?
,,Ik volg chronologisch het leven van mijn oom Frederik. Binnen die chronologie komen de andere facetten aan bod. In deel twee staan de verhalen van (oud-)Oldebroekers die de oorlog hebben meegemaakt. Op jonge leeftijd maakten zij deel uit van het verzet. Zoals Geerte Evink, die koerierster was en nog een herinnering aan mijn oom had.”
Heeft u na de uitgebreide zoektocht antwoord op alle vragen over uw oom?
,,Ik heb genoeg bewijzen gevonden dat de dood van mijn oom een tragisch ongeluk is geweest. Na de oorlog deden verhalen de ronde dat er meer aan de hand was. Maar in een proces-verbaal, dat ook in het boek is opgenomen, staat precies hoe het is gegaan. Ik heb zelfs gesproken met de kinderen van de man wiens geweer was afgegaan. Ze hadden er nooit iets over gehoord. Alleen de zoon had er op het sterfbed van zijn moeder wat van vernomen. Een van de kinderen geloofde het pas toen ze het proces verbaal las. Dat was een bijzondere ontmoeting.”
Wat heeft het boek voor u persoonlijk gebracht?
,,Op het dressoir van mijn tante stond altijd een foto van mijn oom, met een haarlokje. Die foto heb ik nu kunnen inkleuren. Maar ook alle informatie waarmee ik het boek heb kunnen verbreden. Dat heb ik met plezier gedaan. Anders was het bij een familieboekje gebleven. In 2018 ben ik begonnen en er dus twee jaar mee bezig geweest. En gekoerst op dit jaar om het uit te brengen. 75 jaar na de bevrijding en 75 jaar na de dood van mijn oom op 11 mei 1945.”
Boek
Het boek Verzet & Gezag, een geschiedenis van Oldebroek in de Tweede Wereldoorlog is in verschillende boekhandels op de Noord-Veluwe voor 19,50 euro te koop. Of te bestellen via info.verzet-en-gezag@kpnmail.nl
Lees:
* Het volledige interview met de Stentor: 'Hoe een familieboekje uitgroeide tot een oorlogsboek dat zich afspeelt in Oldebroek'
Lees ook:
* Het interview in het Reformatorisch Dagblad: 'Over de dood van verzetsman uit Oldebroek werd gezwegen'
zaterdag 9 mei 2020
vrijdag 8 mei 2020
Naar de kapper?
Bedenk je eens wat een volstrekt belachelijke kop dit een paar maanden geleden zou zijn.
Tweet van Mark Traa
donderdag 7 mei 2020
De woelige geschiedenis van de Hervormde Sint Lambertus Kerk in Oldebroek tijdens de Tachtigjarige Oorlog (deel 2)
Gezichtsbepalend voor het Noord-Veluwse dorp Oldebroek. Zo mogen we de Hervormde Kerk in het midden van Oldebroek zeker noemen. De geschiedenis van deze kerk - meer officieel ook wel de Grote of Lambertuskerk en Dorpskerk genoemd - tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648 met een bestand van 1609-1621) is opnieuw boeiend en woelig.
Zo leerde ik uit de twee artikelen, die mijn vader Dries Pruim, gemeentesecretaris, heeft geschreven als correspondent voor de Elburger Courant en heeft gepubliceerd in de nummers van 5 en 9 augustus 1966. Het onderstaande artikel (deel 2 over de periode van de Reformatie) is daarvan een weergave en een bewerking.
Onstuimige Reformatie
De Sint Lambertuskerk was katholiek tot 1592. De Tachtigjarige Oorlog was inmiddels al sinds 1568 in volle gang. Dan gaat de Reformatie haar beslag vinden. Wikipedia schrijft hierover: 'De Veluwe was rond de tijd van de Reformatie nog niet zo beschaafd. Ruw en woest was de aard van de Veluwenaren. De toestand is bijzonder slecht te noemen. Er is verachting van de godsdienst. Vechtpartijen zijn aan de orde van de dag, onder de godsdienstoefeningen wordt sterke drank gedronken. Tijdens schuttersfeesten komt men met trommels en muziek de kerk binnen, en schieten daar zelfs hun geweren af, wat de godsdienstoefening verstoorde. Verkopingen van hout, vaste goederen en beesten werden gedurende de dienst gehouden. Naar aanleiding van deze misstanden deed Filips II van Spanje daarom een plakkaat uitgaan, zodat de overtreders naar behoren straf ontvangen, opdat aan het ‘verkoopen, tappen, vretthen, suypen und verpachten mit die clopperiën, dat trommen und schieten onder den dienst Gades in der kerken ind oick op ten kerckhoff ' een einde komt.
Nije leere
In het kader van de Reformatie wordt hard opgetreden en wordt alle heiligenverering voortaan contrabande. De vier altaren worden gesloopt. Voortaan zal alleen het Woord verkondigd worden. Oldebroek gaat over tot de ‘nije leere’.
De dorpspastoor ziet het allemaal al aankomen en maakt zich tijdig uit de voeten. Daar heeft hij ook wel reden toe. Want het gaat er met die hervormingsbewegingen op de NW-Veluwe soms onstuimig toe. Op het moment dat Elburg al hervormd is, houdt de conservatieve Doornspijkse bevolking het nog maar liever bij het oude katholieke geloof. Dat zint de Elburgers niet en in slagorde gaan ze ter bekeringskruistocht naar Doornspijk. Maar de Doornspijkers, ook voor geen kleintje vervaard en wars van alle nieuwerwetsigheden, jagen het Elburgse vissersvolk met mestgrepen en hooivorken terug naar binnen hun eigen vestingmuren. De pastoor van Oldebroek kiest dus maar liever eieren voor zijn geld.
Provinciale Synode
In Harderwijk word in 1592 de eerste reformatorische provinciale Synode gehouden. Alle pastoors worden opgeroepen om zich daar te onderwerpen aan een onderzoek. Want alle ketterijen der paapsgezinden dienen grondig afgezworen te worden en men moet blijk geven goed inzicht in de nieuwe leer te hebben.
De pastoor van de Lambertuskerk schittert op de Synode door afwezigheid. Ook kapelaan Timanus Alberti laat verstek gaan.
Op een volgende Synode komt Alberti wel opdagen en blijkt dan hervormingsgezind te zijn. Maar dat moet eerst nog maar eens wat duidelijker blijken, vindt de Synode. Eerst moet hij maar eens een examen doen en een preek houden, pas daarna kan hij bevestigd worden.
Bijbels te mager
Nog hetzelfde jaar (1592) houdt de nieuwbakken proponent in de Lambertuskerk zijn preek en wel over Johannes 20 vers 21.: ‘Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden! Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden’. Maar hoe hij ook zijn best doet, de kritische classis-broeders vinden de resultaten toch te mager. Hij moet nog maar eens veel in de Bijbel en in de Heidelbergse Catechismus lezen en mag het dan later nog een keer overdoen.
Daarmee zit de Lambertuskerk dus eigenlijk zonder echte dominee. Goed, kandidaat Alberti mag bij gebrek aan beter wel preken, maar een volwaardig herder der gemeente is hij niet. Hij moet rond komen met een hongerloontje. In anderhalf jaar verdiende hij 70 gulden. Dat wordt hem te gortig en verzoekt om een hoger salaris.
Beroep
Gelukkig krijgt kandidaat Alberti in 1594 een - georkestreerd - beroep uit Garderen. Het examen en de proefpreek lukken daar wel en Garderen heeft daarmee een dominee. Maar Oldebroek niet. Met goedvinden van de Schout worden de diensten in de Lambertuskerk nu voortaan door de dominee van Doornspijk geleid.
Intussen is er wel een beroep uitgebracht op ds. Everhardus Joannis uit Wijdenes (NH), maar die komt niet. Misschien moet het kerkgebouw maar eens een goede opknapbeurt krijgen, zodat het wat aantrekkelijker werd voor een dominee? Trouwens, er is ook nog steeds geen kerkenraad gevormd, eenvoudig omdat geen enkel gemeentelid de moed heeft om ouderling of diaken te worden. Al is de gemeente dan hervormd, dat wil niet zeggen, dat ze mondig is.
Op een houtje bijten
In 1595 lukt het dan eindelijk. De Lambertuskerk heeft een eigen predikant, ds. Gosiunius Dorre. Eerst gaat alles nog goed, maar dan gooit het geld weer roet in het eten. De man wordt schandelijk onderbetaald. Classis, schout en kerkmeesters kunnen het niet eens worden over het traktement en ds. Dorre kan op de houtje bijten.
In 1600 klaagt hij op de Synode van Arnhem, dat zijn toelage met twee mud rogge is verminderd en dat ze nu nog 100 gulden op zijn salaris willen inhouden. Hij heeft er genoeg van en wil weg uit Oldebroek. Dat neemt de synode niet, die dan weet klaar te spelen, dat de dominee twee mud rogge krijgt.
Moeilijkheden
Vervolgens ontstaan er moeilijkheden met de koster van de Lambertuskerk, die de kantjes er afloopt. Ook met het kerkbezoek is het lang niet in orde: het zijn er maar weinig, die de diensten bijwonen. De Oldebroekers kunnen nog maar moeilijk wennen aan de nieuwe godsdienst. Vroeger was het toch allemaal veel gemakkelijker en beter. Een kerkenraad is er ook nog altijd niet. Ds. Dorre heeft er ook geen zin meer in. Hij moet nog altijd van een hongerloontje rondkomen. Hij vertrekt.
Onzekere betaling
Zijn opvolger is ds. Johannes Heesius, die echter al in 1605 overlijdt. Het volgend jaar komt ds. Christianus Esteroth. Maar met het geld wil het nog steeds niet vlotten. ‘De betaling staet seer onseecker en so ben ick onseecker van mijn verblijff’, zegt hij op de classis. Opnieuw komt er geen oplossing en ook hij vertrekt. De Lambertuskerk zit weer zonder predikant.
Dan komt in 1610 ds. Assueros Florentii Serris.(zie ook noot 3). Maar ook dat gaat niet van een leien dakje.
De scharrel met liefdesbrieven
Ds. Serris is vrijgezel en heeft tot kort voor zijn vertrek naar Oldebroek wat gescharreld met Hendrikje Henrics , een jongedochter uit Harderwijk. Dat is niets geworden, tot groot verdriet van Hendrikje, die dat nu Serris wel eens betaald zal zetten. Ze schrijft een brief aan de classis, waarin ze uiteenzet, dat ds. Serris haar trouwbeloften heeft gedaan. Ze heeft een hele stapel liefdesbrieven van hem in de kast liggen, waaruit ‘zijn goede affectie ende liefde jegens haer’ duidelijk blijkt. Vroeger hebben ze veel met elkaar opgetrokken. Zo’n man, die zo maar een meisje laat zitten, kan geen goede dominee zijn, schrijft ze.
De classis geeft ds. Serris een uitbrander, maar deze verklaart het meisje nooit in haar eer te hebben gekrenkt. Hoe dan ook, ds. Serris moet zich van onbehoorlijkheden onthouden, oordeelt de classis. Maar hij mag wel aanblijven, want zijn ambtswerk doet hij voortreffelijk.
Rare snuiter
Ook Serris klaagt over een te laag traktement. En blijkt een rare snuiter. Op één van de classis-maaltijden neemt hij het er eens goed van. Hij slaat zelfs zoveel brandewijn naar binnen, dat hij wat over zijn toeren raakt. Als de waard tenslotte de rekening presenteert vindt hij die veel te hoog en begint een flinke rel te schoppen. Ook hierover heeft de classis hem stevig onderhouden. Maar ds. Serris mag opnieuw blijven. De Lambertuskerk heeft haar predikant behouden. En in 1611 wordt eindelijk voor het eerst het Avondmaal in de Lambertuskerk gevierd. Ds. Serris blijft tot zijn dood in 1658, tien jaar na de beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog, predikant.
In brand
De Lambertuskerk krijgt ook in de tweede helft van de Tachtigjarige Oorlog te lijden van het krijgsgewoel. Een gedeelte van de kerk word in 1629 in de as gelegd, wanneer Spaanse soldatenbenden onder leiding van de Graaf van Salazar op de NW-Veluwe huishouden. Tevergeefs hebben de Spanjolen getracht het vestingstadje Hattem in handen te krijgen. Het lukt niet, de Hattemers verweren zich manmoedig en het Spaanse krijgsvolk moet tenslotte de aftocht blazen. Via Oldebroek trekken ze terug naar Apeldoorn, teleurgesteld en ontevreden over de mislukte expeditie. Die teleurstelling reageren ze af door zonder reden de brand in de Lambertustoren te steken.
De dorpsbewoners gaat dit verlies zo ter harte, dat ze in korte tijd het geld op tafel weten te brengen dat nodig is voor de herbouw. Het gaat om een bedrag van 225 gulden. De Lambertuskerk wordt weer op orde gebracht.
Noot 3). De predikantenlijst op de website van de Hervormde Kerk noemt hem Seriss. Maar bij de Kerkgeschiedenis, overgenomen van G.Wentzel, op dezelfde website wordt hij Serris genoemd. Dezelfde spelling van de naam vinden we op de website dominees.nl
Bovenstaande twee artikelen zijn in enigszins gewijzigde vorm ook gepubliceerd in ‘Uut ’t Oldebroek’, januari 2019, 39e jaargang nummer 1, Uitgave van de Oudheidkundige Vereniging ‘De Broeklanden’.
Zo leerde ik uit de twee artikelen, die mijn vader Dries Pruim, gemeentesecretaris, heeft geschreven als correspondent voor de Elburger Courant en heeft gepubliceerd in de nummers van 5 en 9 augustus 1966. Het onderstaande artikel (deel 2 over de periode van de Reformatie) is daarvan een weergave en een bewerking.
Onstuimige Reformatie
De Sint Lambertuskerk was katholiek tot 1592. De Tachtigjarige Oorlog was inmiddels al sinds 1568 in volle gang. Dan gaat de Reformatie haar beslag vinden. Wikipedia schrijft hierover: 'De Veluwe was rond de tijd van de Reformatie nog niet zo beschaafd. Ruw en woest was de aard van de Veluwenaren. De toestand is bijzonder slecht te noemen. Er is verachting van de godsdienst. Vechtpartijen zijn aan de orde van de dag, onder de godsdienstoefeningen wordt sterke drank gedronken. Tijdens schuttersfeesten komt men met trommels en muziek de kerk binnen, en schieten daar zelfs hun geweren af, wat de godsdienstoefening verstoorde. Verkopingen van hout, vaste goederen en beesten werden gedurende de dienst gehouden. Naar aanleiding van deze misstanden deed Filips II van Spanje daarom een plakkaat uitgaan, zodat de overtreders naar behoren straf ontvangen, opdat aan het ‘verkoopen, tappen, vretthen, suypen und verpachten mit die clopperiën, dat trommen und schieten onder den dienst Gades in der kerken ind oick op ten kerckhoff ' een einde komt.
Nije leere
In het kader van de Reformatie wordt hard opgetreden en wordt alle heiligenverering voortaan contrabande. De vier altaren worden gesloopt. Voortaan zal alleen het Woord verkondigd worden. Oldebroek gaat over tot de ‘nije leere’.
De dorpspastoor ziet het allemaal al aankomen en maakt zich tijdig uit de voeten. Daar heeft hij ook wel reden toe. Want het gaat er met die hervormingsbewegingen op de NW-Veluwe soms onstuimig toe. Op het moment dat Elburg al hervormd is, houdt de conservatieve Doornspijkse bevolking het nog maar liever bij het oude katholieke geloof. Dat zint de Elburgers niet en in slagorde gaan ze ter bekeringskruistocht naar Doornspijk. Maar de Doornspijkers, ook voor geen kleintje vervaard en wars van alle nieuwerwetsigheden, jagen het Elburgse vissersvolk met mestgrepen en hooivorken terug naar binnen hun eigen vestingmuren. De pastoor van Oldebroek kiest dus maar liever eieren voor zijn geld.
Provinciale Synode
In Harderwijk word in 1592 de eerste reformatorische provinciale Synode gehouden. Alle pastoors worden opgeroepen om zich daar te onderwerpen aan een onderzoek. Want alle ketterijen der paapsgezinden dienen grondig afgezworen te worden en men moet blijk geven goed inzicht in de nieuwe leer te hebben.
De pastoor van de Lambertuskerk schittert op de Synode door afwezigheid. Ook kapelaan Timanus Alberti laat verstek gaan.
Op een volgende Synode komt Alberti wel opdagen en blijkt dan hervormingsgezind te zijn. Maar dat moet eerst nog maar eens wat duidelijker blijken, vindt de Synode. Eerst moet hij maar eens een examen doen en een preek houden, pas daarna kan hij bevestigd worden.
Bijbels te mager
Nog hetzelfde jaar (1592) houdt de nieuwbakken proponent in de Lambertuskerk zijn preek en wel over Johannes 20 vers 21.: ‘Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden! Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden’. Maar hoe hij ook zijn best doet, de kritische classis-broeders vinden de resultaten toch te mager. Hij moet nog maar eens veel in de Bijbel en in de Heidelbergse Catechismus lezen en mag het dan later nog een keer overdoen.
Daarmee zit de Lambertuskerk dus eigenlijk zonder echte dominee. Goed, kandidaat Alberti mag bij gebrek aan beter wel preken, maar een volwaardig herder der gemeente is hij niet. Hij moet rond komen met een hongerloontje. In anderhalf jaar verdiende hij 70 gulden. Dat wordt hem te gortig en verzoekt om een hoger salaris.
Beroep
Gelukkig krijgt kandidaat Alberti in 1594 een - georkestreerd - beroep uit Garderen. Het examen en de proefpreek lukken daar wel en Garderen heeft daarmee een dominee. Maar Oldebroek niet. Met goedvinden van de Schout worden de diensten in de Lambertuskerk nu voortaan door de dominee van Doornspijk geleid.
Intussen is er wel een beroep uitgebracht op ds. Everhardus Joannis uit Wijdenes (NH), maar die komt niet. Misschien moet het kerkgebouw maar eens een goede opknapbeurt krijgen, zodat het wat aantrekkelijker werd voor een dominee? Trouwens, er is ook nog steeds geen kerkenraad gevormd, eenvoudig omdat geen enkel gemeentelid de moed heeft om ouderling of diaken te worden. Al is de gemeente dan hervormd, dat wil niet zeggen, dat ze mondig is.
Op een houtje bijten
In 1595 lukt het dan eindelijk. De Lambertuskerk heeft een eigen predikant, ds. Gosiunius Dorre. Eerst gaat alles nog goed, maar dan gooit het geld weer roet in het eten. De man wordt schandelijk onderbetaald. Classis, schout en kerkmeesters kunnen het niet eens worden over het traktement en ds. Dorre kan op de houtje bijten.
In 1600 klaagt hij op de Synode van Arnhem, dat zijn toelage met twee mud rogge is verminderd en dat ze nu nog 100 gulden op zijn salaris willen inhouden. Hij heeft er genoeg van en wil weg uit Oldebroek. Dat neemt de synode niet, die dan weet klaar te spelen, dat de dominee twee mud rogge krijgt.
Moeilijkheden
Vervolgens ontstaan er moeilijkheden met de koster van de Lambertuskerk, die de kantjes er afloopt. Ook met het kerkbezoek is het lang niet in orde: het zijn er maar weinig, die de diensten bijwonen. De Oldebroekers kunnen nog maar moeilijk wennen aan de nieuwe godsdienst. Vroeger was het toch allemaal veel gemakkelijker en beter. Een kerkenraad is er ook nog altijd niet. Ds. Dorre heeft er ook geen zin meer in. Hij moet nog altijd van een hongerloontje rondkomen. Hij vertrekt.
Onzekere betaling
Zijn opvolger is ds. Johannes Heesius, die echter al in 1605 overlijdt. Het volgend jaar komt ds. Christianus Esteroth. Maar met het geld wil het nog steeds niet vlotten. ‘De betaling staet seer onseecker en so ben ick onseecker van mijn verblijff’, zegt hij op de classis. Opnieuw komt er geen oplossing en ook hij vertrekt. De Lambertuskerk zit weer zonder predikant.
Dan komt in 1610 ds. Assueros Florentii Serris.(zie ook noot 3). Maar ook dat gaat niet van een leien dakje.
De scharrel met liefdesbrieven
Ds. Serris is vrijgezel en heeft tot kort voor zijn vertrek naar Oldebroek wat gescharreld met Hendrikje Henrics , een jongedochter uit Harderwijk. Dat is niets geworden, tot groot verdriet van Hendrikje, die dat nu Serris wel eens betaald zal zetten. Ze schrijft een brief aan de classis, waarin ze uiteenzet, dat ds. Serris haar trouwbeloften heeft gedaan. Ze heeft een hele stapel liefdesbrieven van hem in de kast liggen, waaruit ‘zijn goede affectie ende liefde jegens haer’ duidelijk blijkt. Vroeger hebben ze veel met elkaar opgetrokken. Zo’n man, die zo maar een meisje laat zitten, kan geen goede dominee zijn, schrijft ze.
De classis geeft ds. Serris een uitbrander, maar deze verklaart het meisje nooit in haar eer te hebben gekrenkt. Hoe dan ook, ds. Serris moet zich van onbehoorlijkheden onthouden, oordeelt de classis. Maar hij mag wel aanblijven, want zijn ambtswerk doet hij voortreffelijk.
Belegering van Hattem |
Ook Serris klaagt over een te laag traktement. En blijkt een rare snuiter. Op één van de classis-maaltijden neemt hij het er eens goed van. Hij slaat zelfs zoveel brandewijn naar binnen, dat hij wat over zijn toeren raakt. Als de waard tenslotte de rekening presenteert vindt hij die veel te hoog en begint een flinke rel te schoppen. Ook hierover heeft de classis hem stevig onderhouden. Maar ds. Serris mag opnieuw blijven. De Lambertuskerk heeft haar predikant behouden. En in 1611 wordt eindelijk voor het eerst het Avondmaal in de Lambertuskerk gevierd. Ds. Serris blijft tot zijn dood in 1658, tien jaar na de beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog, predikant.
In brand
De Lambertuskerk krijgt ook in de tweede helft van de Tachtigjarige Oorlog te lijden van het krijgsgewoel. Een gedeelte van de kerk word in 1629 in de as gelegd, wanneer Spaanse soldatenbenden onder leiding van de Graaf van Salazar op de NW-Veluwe huishouden. Tevergeefs hebben de Spanjolen getracht het vestingstadje Hattem in handen te krijgen. Het lukt niet, de Hattemers verweren zich manmoedig en het Spaanse krijgsvolk moet tenslotte de aftocht blazen. Via Oldebroek trekken ze terug naar Apeldoorn, teleurgesteld en ontevreden over de mislukte expeditie. Die teleurstelling reageren ze af door zonder reden de brand in de Lambertustoren te steken.
De dorpsbewoners gaat dit verlies zo ter harte, dat ze in korte tijd het geld op tafel weten te brengen dat nodig is voor de herbouw. Het gaat om een bedrag van 225 gulden. De Lambertuskerk wordt weer op orde gebracht.
Noot 3). De predikantenlijst op de website van de Hervormde Kerk noemt hem Seriss. Maar bij de Kerkgeschiedenis, overgenomen van G.Wentzel, op dezelfde website wordt hij Serris genoemd. Dezelfde spelling van de naam vinden we op de website dominees.nl
Bovenstaande twee artikelen zijn in enigszins gewijzigde vorm ook gepubliceerd in ‘Uut ’t Oldebroek’, januari 2019, 39e jaargang nummer 1, Uitgave van de Oudheidkundige Vereniging ‘De Broeklanden’.
woensdag 6 mei 2020
De woelige geschiedenis van de Hervormde Sint Lambertus Kerk in Oldebroek tijdens de Tachtigjarige Oorlog (deel 1)
Gezichtsbepalend voor het Noord-Veluwse dorp Oldebroek. Zo mogen we de Hervormde Kerk in het midden van Oldebroek zeker noemen. De kerk heet nu Dorpskerk. De geschiedenis van deze kerk - meer officieel ook wel de Grote of Lambertuskerk genoemd - in de periode vóór de Tachtigjarige Oorlog, die begon in 1568, is niet alleen zeer boeiend, maar ook heel woelig.
Zo leerde Gerrit Pruim uit de twee artikelen, die zijn vader Dries Pruim heeft geschreven als correspondent voor de Elburger Courant en heeft gepubliceerd in de nummers van 5 en 9 augustus 1966. Het onderstaande artikel (deel 1) over de Katholieke periode is daarvan een weergave en een bewerking. Morgen volgt het tweede deel, dat begint bij de Reformatie.
Katholiek
Men mag aannemen dat de oudste gedeelten van het kerkgebouw van de Hervormde Kerk reeds uit de twaalfde eeuw stammen. Toen was het nog maar een betrekkelijk kleine kerk, misschien beter een kapel te noemen. Toen de bevolking ging toenemen, maakte dat een vergroting van het gebouw noodzakelijk. We bevinden ons dan nog in de tijd vóór de Reformatie: er was één kerk en dat was de katholieke.
Men heeft de kerk gewijd aan de heilige Sint Lambertus of Lambrecht, een man die in de zevende eeuw veertig jaar bisschop van Maastricht is geweest. Sint Lambertus is de patroonheilige van de textielarbeiders en in de Oldebroekse situatie de schutspatroon van de wolwevers.
Zowel bij de rijken als bij de armen
Lambertus is volgens de officiële katholieke versie niet zomaar een bisschop. Alom geniet hij bekendheid door zijn voortreffelijke christelijke levenswandel. Hij is geliefd bij het volk, zowel bij de rijken als bij de armen. Vriendschap met de rijken is in die dagen de gewoonste zaak van de wereld. Vriendschap met de armen, daar ontbreekt het de kerkvorsten nog wel eens aan. Zo is Lambertus niet. Hij heeft iets van een Johannes de Doper. Op het moment, dat de Frankische vorst Pepijn van Herstal genoeg heeft van zijn vrouw Plectrudis en zijn hart verliest aan Edelvrouwe Alpaida, aarzelt de bisschop niet daar fel tegenop te komen. Hier is sprake van echtbreuk en dat is dus verboden. De broer van de Edelvrouwe, een zekere Dodo, kan dit bisschoppelijk protest maar matig waarderen. Wanneer Lambertus in 707 een mis in Luik celebreert, wordt hij bij het verlaten van de kerk door de ontstemde Dodo vermoord. (zie ook noot 1).
Later wordt bisschop Lambertus heilig verklaard en vereert het volk hem als iemand die aangeroepen kan worden bij allerlei vormen van lamheden en ziektes. (zie ook noot 2)
Sint Lambertuskerk
Kennelijk werden de bewoners van de broeklanden nogal eens geteisterd door allerlei lamheidsverschijnselen. Ze wijden hun kerk tenminste aan Sint Lambertus. En ofschoon geen Oldebroeker nog enige weet heeft van ’s bisschoppen verdiensten en vermogens heet de kerk nog steeds de Grote of Lambertuskerk en komt de voornaam Lammert of Lambert nog veel voor in dorp en omgeving.
Schapenmarkt: misviering en kermis
De woensdag vóór 17 september is elk jaar voor de Oldebroeker nog steeds een hoogtijdag: dan is het broekkarmse of schapenmarkt. Die dag heeft ook alles te maken met de bisschop en de kerk. De naamdag van de heilige Lambertus valt namelijk op 17 september. Dan stroomde ieder jaar de kerk vol en werd een buitengewone misviering gehouden ter gedachtenis aan de heilige Lambertus. In de kerk eerde men de bisschop met een uitbundige eredienst. Na de dienst ging het feest gewoon door. Dan was er een dolle kermis (afgeleid van kerkmis).
Geen Reformatiebeweging kon later deze traditie ongedaan maken, ook al ging het hele dorp rond 1600 met de Hervorming mee en kwam aan de kerkelijke verering van Lambertus een eind.
In de kerk: sacristie
Aan de Kerk worden in de loop der tijd nieuwe stukken aangebouwd aan de oorspronkelijke gedeelten uit de 12e en 13e eeuw. Het onderste deel van de toren en wat oorspronkelijk het koor was spreekt nog van hoge ouderdom. Tegenover de toren bevindt zich nog een prachtige diepe niskapel, in typische gotische stijl gebouwd. Oude grafstenen op de vloer noemen als sterfdata 1617 en 1618.
Een deur achter de preekstoel geeft toegang tot wat in vroeger tijden de sacristie is geweest. Daar hingen de verschillende misgewaden van de misdienaars. Daar ook had de pastoor de gewoonte zich te verkleden vóór hij de mis celebreerde.
Vier altaren
De kerk kon bogen op vier altaren. Een indrukwekkend hoofdaltaar stond in het koor van de kerk. Daarnaast waren er nog drie kleinere altaren met afzonderlijke bedieningen: één gewijd aan de moeder van Jezus, de maagd Maria, één voor de heilige Anna en één voor de heilige Antonius. Van hogerhand was voorgeschreven dat per week twee missen bediend moesten worden. Dat ging allemaal zo door tot 1592. De Tachtigjarige Oorlog was inmiddels al sinds 1568 in volle gang.
(Deel 2 over de periode na de Reformatie verschijnt morgen)
Noten:
1). Het betreft hier de officiële rooms-katholieke versie - de legende - van de gebeurtenissen. Er is ook een andere minder fraaie versie. Wikipedia schrijft, dat eerst de families van Lambertus en Plectudris Dodo hebben vermoord en daarna de familie van Dodo wraak heeft genomen door op hun beurt Lambertus te vermoorden en wel op zijn landgoed. De moord zou misschien in 705 gepleegd zijn.
2). Wikipedia meldt over deze heiligverklaring: ‘In de middeleeuwen was een officiële heiligverklaring door de paus niet gebruikelijk. In veel gevallen ontwikkelde zich de verering van een lokale heilige spontaan. Dit betrof meestal een plaatselijke missionaris, bisschop of in sommige gevallen een koning of ander staatshoofd. De canonisatie werd in die gevallen verricht door één of meerdere bisschoppen, die de relieken van de heilige liet opgraven en in een reliekschrijn liet plaatsen, dat vervolgens tijdens een plechtige mis ter verering op of in een altaar werd geplaatst. Dit proces wordt de elevatio genoemd, de "verheffing" der relieken. Een variant hierop is de translatio, de overplaatsing der relieken in een plechtige processie naar een andere plaats. Een voorbeeld hiervan is de translatio van de relieken van de heilige Lambertus van Maastricht van Sint Pieter (Maastricht) naar Luik, waarschijnlijk in 717.
Foto website Rijksmonumenten |
Katholiek
Men mag aannemen dat de oudste gedeelten van het kerkgebouw van de Hervormde Kerk reeds uit de twaalfde eeuw stammen. Toen was het nog maar een betrekkelijk kleine kerk, misschien beter een kapel te noemen. Toen de bevolking ging toenemen, maakte dat een vergroting van het gebouw noodzakelijk. We bevinden ons dan nog in de tijd vóór de Reformatie: er was één kerk en dat was de katholieke.
Men heeft de kerk gewijd aan de heilige Sint Lambertus of Lambrecht, een man die in de zevende eeuw veertig jaar bisschop van Maastricht is geweest. Sint Lambertus is de patroonheilige van de textielarbeiders en in de Oldebroekse situatie de schutspatroon van de wolwevers.
Zowel bij de rijken als bij de armen
Lambertus is volgens de officiële katholieke versie niet zomaar een bisschop. Alom geniet hij bekendheid door zijn voortreffelijke christelijke levenswandel. Hij is geliefd bij het volk, zowel bij de rijken als bij de armen. Vriendschap met de rijken is in die dagen de gewoonste zaak van de wereld. Vriendschap met de armen, daar ontbreekt het de kerkvorsten nog wel eens aan. Zo is Lambertus niet. Hij heeft iets van een Johannes de Doper. Op het moment, dat de Frankische vorst Pepijn van Herstal genoeg heeft van zijn vrouw Plectrudis en zijn hart verliest aan Edelvrouwe Alpaida, aarzelt de bisschop niet daar fel tegenop te komen. Hier is sprake van echtbreuk en dat is dus verboden. De broer van de Edelvrouwe, een zekere Dodo, kan dit bisschoppelijk protest maar matig waarderen. Wanneer Lambertus in 707 een mis in Luik celebreert, wordt hij bij het verlaten van de kerk door de ontstemde Dodo vermoord. (zie ook noot 1).
Uit Wikipedia: De moord op bisschop Lambertus |
Sint Lambertuskerk
Kennelijk werden de bewoners van de broeklanden nogal eens geteisterd door allerlei lamheidsverschijnselen. Ze wijden hun kerk tenminste aan Sint Lambertus. En ofschoon geen Oldebroeker nog enige weet heeft van ’s bisschoppen verdiensten en vermogens heet de kerk nog steeds de Grote of Lambertuskerk en komt de voornaam Lammert of Lambert nog veel voor in dorp en omgeving.
Schapenmarkt: misviering en kermis
De woensdag vóór 17 september is elk jaar voor de Oldebroeker nog steeds een hoogtijdag: dan is het broekkarmse of schapenmarkt. Die dag heeft ook alles te maken met de bisschop en de kerk. De naamdag van de heilige Lambertus valt namelijk op 17 september. Dan stroomde ieder jaar de kerk vol en werd een buitengewone misviering gehouden ter gedachtenis aan de heilige Lambertus. In de kerk eerde men de bisschop met een uitbundige eredienst. Na de dienst ging het feest gewoon door. Dan was er een dolle kermis (afgeleid van kerkmis).
Geen Reformatiebeweging kon later deze traditie ongedaan maken, ook al ging het hele dorp rond 1600 met de Hervorming mee en kwam aan de kerkelijke verering van Lambertus een eind.
In de kerk: sacristie
Aan de Kerk worden in de loop der tijd nieuwe stukken aangebouwd aan de oorspronkelijke gedeelten uit de 12e en 13e eeuw. Het onderste deel van de toren en wat oorspronkelijk het koor was spreekt nog van hoge ouderdom. Tegenover de toren bevindt zich nog een prachtige diepe niskapel, in typische gotische stijl gebouwd. Oude grafstenen op de vloer noemen als sterfdata 1617 en 1618.
Een deur achter de preekstoel geeft toegang tot wat in vroeger tijden de sacristie is geweest. Daar hingen de verschillende misgewaden van de misdienaars. Daar ook had de pastoor de gewoonte zich te verkleden vóór hij de mis celebreerde.
Vier altaren
De kerk kon bogen op vier altaren. Een indrukwekkend hoofdaltaar stond in het koor van de kerk. Daarnaast waren er nog drie kleinere altaren met afzonderlijke bedieningen: één gewijd aan de moeder van Jezus, de maagd Maria, één voor de heilige Anna en één voor de heilige Antonius. Van hogerhand was voorgeschreven dat per week twee missen bediend moesten worden. Dat ging allemaal zo door tot 1592. De Tachtigjarige Oorlog was inmiddels al sinds 1568 in volle gang.
(Deel 2 over de periode na de Reformatie verschijnt morgen)
Noten:
1). Het betreft hier de officiële rooms-katholieke versie - de legende - van de gebeurtenissen. Er is ook een andere minder fraaie versie. Wikipedia schrijft, dat eerst de families van Lambertus en Plectudris Dodo hebben vermoord en daarna de familie van Dodo wraak heeft genomen door op hun beurt Lambertus te vermoorden en wel op zijn landgoed. De moord zou misschien in 705 gepleegd zijn.
2). Wikipedia meldt over deze heiligverklaring: ‘In de middeleeuwen was een officiële heiligverklaring door de paus niet gebruikelijk. In veel gevallen ontwikkelde zich de verering van een lokale heilige spontaan. Dit betrof meestal een plaatselijke missionaris, bisschop of in sommige gevallen een koning of ander staatshoofd. De canonisatie werd in die gevallen verricht door één of meerdere bisschoppen, die de relieken van de heilige liet opgraven en in een reliekschrijn liet plaatsen, dat vervolgens tijdens een plechtige mis ter verering op of in een altaar werd geplaatst. Dit proces wordt de elevatio genoemd, de "verheffing" der relieken. Een variant hierop is de translatio, de overplaatsing der relieken in een plechtige processie naar een andere plaats. Een voorbeeld hiervan is de translatio van de relieken van de heilige Lambertus van Maastricht van Sint Pieter (Maastricht) naar Luik, waarschijnlijk in 717.
dinsdag 5 mei 2020
Alternatief voor democratie?
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar?
Uit het gedicht van Willem Wilmink 'Ben Ali Libi de goochelaar.' Prof. Ben Ali Libi was de artiestennaam van Michel Velleman (1895 - 1943) was een joodse goochelaar uit Amsterdam.
* Ben Ali Libi de goochelaar voorgedragen door Joost Prinsen
* Documentaire over Ben Ali Bibi
maandag 4 mei 2020
Vergeldingsactie in Hoogland (1945)
Henk van Middelaar heeft enkele jaren geleden een boek geschreven over een vergeldingsactie in het dorp Hoogland, vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ook de toen omgekomen Hooglanders worden vandaag herdacht.
Vergelding
Op maandag 23 april 1945, een paar uur voor de bevrijding, werden op een erf aan de Schothorsterlaan in Hoogland vier buren vermoord door de Duitsers. "Dit was een vergelding voor de dood van twee Duitse soldaten die door een groep verzetstrijders om het leven waren gebracht", vertelt Van Middelaar, voormalig radiopresentator bij de publieke omroep en oud-docent Nederlands.
Het verhaal heeft hem altijd gefascineerd. "Een paar jaar geleden dacht ik: ik ga het uitzoeken. Wat is er op dat erf gebeurd? Hoe kon het gebeuren? Waar waren de Canadezen en Duitsers en wat is de rol geweest van het meisje dat beschuldigd werd van verraad. Dankzij de beschuldiging heb ik echt archiefonderzoek kunnen doen."
Herinnering
Nabestaande Leny Boon-Smink kan zich de vergeldingsactie nog goed herinneren. "Ze zeiden: loop weg. Maar toen we dat deden, was het al gebeurd." Voor haar ogen werden haar vader, twee broers en buurman doodgeschoten.
Boon-Smink vond het belangrijk dat dit boek is uitgebracht. "Omdat ik nog een kind was, weet ik niet alles meer. Nu begrijp ik het veel beter en kan je het echt eens goed lezen", zei ze tegen RTV-Utrecht.
Boek
Het boek heet '23 april 1945, zes uur' en is in 2017 gepubliceerd.
Bekijk:
* Video met achtergrondinformatie
Lees ook:
* Over de dramatische afloop van de Tweede Wereldoorlog voor verzetsman Frederik van Pijkeren
Vergelding
Op maandag 23 april 1945, een paar uur voor de bevrijding, werden op een erf aan de Schothorsterlaan in Hoogland vier buren vermoord door de Duitsers. "Dit was een vergelding voor de dood van twee Duitse soldaten die door een groep verzetstrijders om het leven waren gebracht", vertelt Van Middelaar, voormalig radiopresentator bij de publieke omroep en oud-docent Nederlands.
Het verhaal heeft hem altijd gefascineerd. "Een paar jaar geleden dacht ik: ik ga het uitzoeken. Wat is er op dat erf gebeurd? Hoe kon het gebeuren? Waar waren de Canadezen en Duitsers en wat is de rol geweest van het meisje dat beschuldigd werd van verraad. Dankzij de beschuldiging heb ik echt archiefonderzoek kunnen doen."
Herinnering
Nabestaande Leny Boon-Smink kan zich de vergeldingsactie nog goed herinneren. "Ze zeiden: loop weg. Maar toen we dat deden, was het al gebeurd." Voor haar ogen werden haar vader, twee broers en buurman doodgeschoten.
Boon-Smink vond het belangrijk dat dit boek is uitgebracht. "Omdat ik nog een kind was, weet ik niet alles meer. Nu begrijp ik het veel beter en kan je het echt eens goed lezen", zei ze tegen RTV-Utrecht.
Boek
Het boek heet '23 april 1945, zes uur' en is in 2017 gepubliceerd.
Bekijk:
* Video met achtergrondinformatie
Lees ook:
* Over de dramatische afloop van de Tweede Wereldoorlog voor verzetsman Frederik van Pijkeren
zondag 3 mei 2020
Het Rode Bloempje en Kabouter Kwak
Zomaar een vertelling - speciaal voor kinderen - over de belevenissen van het Rode Bloempje. Om voor te lezen.
Na het avontuur met de dolle stier heb ik deze week weer iets heel spannends beleefd. Het was gisteravond rond acht uur. Ik wilde juist mijn blaadjes dicht doen om lekker te gaan slapen. Er werd op mijn voorblaadje geklopt. Ik deed open en wie stond daar voor me: Kabouter Kwak.
'Kom in mijn meeldraadhuisje', zei ik. 'Dan kunnen we vóór het slapen gaan nog net even een kopje honing drinken'.
Kabouter Kwak kwam binnen en vertelde toen, dat zijn paddenstoel door de harde storm van die dag mee de lucht in was genomen en dat de wind zijn huis twee kilometer verder op weer neergezet had. Omdat hij maar heel kleine beentjes had kon hij dat hele eind niet lopen. 'Hoe moet ik nu bij mijn paddesntoelhuisje komen?' vroeg hij angstig.
Nu moeten jullie weten, dat ik een vriendje heb, die Jantje Slak heet. Die maakt vaak hele lange reizen. Dus heb ik tegen kabouter Kwak gezegd: 'Wees maar niet bang hoor, ik zal Jantje, mijn vriend, vragen of hij je niet op zijn rug weg wil brengen''.
En ja hoor, mijn vriendje Jantje Slak wilde dat graag doen en heeft kabouter Kwak in zijn slakkenwagen naar zijn huisje, twee kilometer verderop gebracht. Toen Kabouter Kwak daar aankwam vond hij die plek zo mooi - met groene bomen, mooie bloemen, een beekje en vissen -, dat hij besloot daar te blijven wonen.
Omdat hij vond dat Jantje Slak hem zo fijn had geholpen wilde hij hem een klein cadeautje geven. En weten jullie, wat hij Jantje gaf? Een snelheidsmeter! Nu kan Jantje Slak zelf zien, hoe hard hij loopt: wel één meter in een kwartier!
Bron: De Kampschakel, 15e jaargang no. 2
Bekijk ook:
* Een wandeling in het Rijk der kabouters
Zing mee:
* Feestlied uit Sprookjesboom de Film (Sprookjesboom muziekclip)
Bekijk ook:
* Een wandeling in het Rijk der kabouters
Zing mee:
* Feestlied uit Sprookjesboom de Film (Sprookjesboom muziekclip)
zaterdag 2 mei 2020
Afgedankte Nederlandse bussen, treinen en trams overal in het verre buitenland
In Cuba heb ik ze zelf verschillende keren met eigen ogen mogen zien. Afgedankte Nederlandse bussen uit de jaren '70 en '80, die daar nog volop rijden. Met bv. als bestemming Leiden Meerburg ...
Maar oude Nederlandse bussen, treinen en trams rijden ook volop in andere landen. Hugo Richter is al meer dan tien jaar gefascineerd door dit verschijnsel. Voor Treinreiziger.nl heeft hij tien kleurrijke foto’s geselecteerd met bijzondere voorbeelden.
Kazachstan
Eén ervan zien we in Kazachstan. Op de foto hierboven uit 2012 staat deze bus. die naar Breskens gaat. Inderdaad, wel een beetje uit de richting. Want Semey – de plek van de foto – is ruim zesduizend kilometer rijden van Breskens vandaan. De voormalige Connexxion-bus begon ooit bij Westnederland.
Verkoopbedrijf
Eén van de belangrijkste Nederlandse verkoopbedrijven voor deze verouderde transportmiddelen is Womy Equipment Supply, gevestigd in Zevenbergen (Moerdijk). De groep heeft bedrijven in Cuba, Ivoorkust, Portugal, Polen, Roemenië, Oman, Ghana, Turkije en Liberia.
Lees en bekijk
* Nederlands ov-materieel over heel de wereld in tien foto’s
Maar oude Nederlandse bussen, treinen en trams rijden ook volop in andere landen. Hugo Richter is al meer dan tien jaar gefascineerd door dit verschijnsel. Voor Treinreiziger.nl heeft hij tien kleurrijke foto’s geselecteerd met bijzondere voorbeelden.
Kazachstan
Eén ervan zien we in Kazachstan. Op de foto hierboven uit 2012 staat deze bus. die naar Breskens gaat. Inderdaad, wel een beetje uit de richting. Want Semey – de plek van de foto – is ruim zesduizend kilometer rijden van Breskens vandaan. De voormalige Connexxion-bus begon ooit bij Westnederland.
Verkoopbedrijf
Eén van de belangrijkste Nederlandse verkoopbedrijven voor deze verouderde transportmiddelen is Womy Equipment Supply, gevestigd in Zevenbergen (Moerdijk). De groep heeft bedrijven in Cuba, Ivoorkust, Portugal, Polen, Roemenië, Oman, Ghana, Turkije en Liberia.
Lees en bekijk
* Nederlands ov-materieel over heel de wereld in tien foto’s
vrijdag 1 mei 2020
Koeien spreken hun eigen taal
Bij ons thuis werden de volgende delen uit het lange komische gedicht met als titel 'Bram de Dichter' door mijn broer en mijzelf vaak geciteerd:
Mijn andere broer verkleedde zich bij bepaalde feesten en partijen zelfs als boer en droeg het gedicht dan in zijn geheel voor. U begrijpt het: we houden van koeien. Dus werden we blij van de informatie, dat taalwetenschapper Leonie Cornips onderzoek doet naar de taal van koeien. "Spreken koeien een eigen taal?", reageren de makers van Spijkers Met Koppen met een mix van verbazing en fascinatie als Cornips in de opnamestudio is.
Een woordenboek van 'boehs'
"Ja, er is op dit moment een woordenboek van ongeveer zestien geluiden - zestien 'boehs' - die wetenschappers hebben kunnen onderscheiden. Het zijn verschillende geluiden, in verschillende contexten."
Luister
* Luister mee naar het gesprek van Leonie Cornips met Felix Meurders en Dolf Jansen in Koppen Met Spijkers
Lees
* Lees het interview in Trouw: Groetende koeien? Dat is heel goed mogelijk, zegt deze taalkundige
Gij schone koe, gij heerlijk dier
Wat is dat toch een lèven hier
Als gij mij toelacht uit de stal
Dan weet ik niet hoe'k u prijzen zal.
Wat schenkt gij ons toch vele zaken
Die ons - ons - vrolijk maken.
Gij schenkt ons melluk, kaas en botter
Gerrit, hol toch op met dat gesnotter.
Mijn andere broer verkleedde zich bij bepaalde feesten en partijen zelfs als boer en droeg het gedicht dan in zijn geheel voor. U begrijpt het: we houden van koeien. Dus werden we blij van de informatie, dat taalwetenschapper Leonie Cornips onderzoek doet naar de taal van koeien. "Spreken koeien een eigen taal?", reageren de makers van Spijkers Met Koppen met een mix van verbazing en fascinatie als Cornips in de opnamestudio is.
Een woordenboek van 'boehs'
"Ja, er is op dit moment een woordenboek van ongeveer zestien geluiden - zestien 'boehs' - die wetenschappers hebben kunnen onderscheiden. Het zijn verschillende geluiden, in verschillende contexten."
Luister
* Luister mee naar het gesprek van Leonie Cornips met Felix Meurders en Dolf Jansen in Koppen Met Spijkers
Lees
* Lees het interview in Trouw: Groetende koeien? Dat is heel goed mogelijk, zegt deze taalkundige
Abonneren op:
Posts (Atom)