Translate

dinsdag 26 mei 2020

Ons land is één grote snakbar

De column van Youp van 't Hek van afgelopen zaterdag 23 mei in de NRC was vanwege de coronacrisis de moeite waard. We citeren hierna het eerste deel van 'Snakbar' en raden u graag aan de gehele column, dus ook het vervolg, te lezen.


Als ik ’s morgens wakker word pak ik altijd eerst mijn tablet en kijk ik wat er gebeurd is in de wereld. Pas daarna neem ik koffie.  Gisterochtend werd ik vrolijk van een interview met Taco Dibbits, de directeur van het Rijksmuseum. In de Volkskrant vertelde hij dat er tijdens de coronacrisis heel veel mensen naar zijn museum hadden gebeld. Volgens Taco moeten we goed naar die mensen luisteren.

Ik dacht maar één ding: naar die mensen moet je dus juist niet luisteren. Want wie gaat er nou naar het Rijksmuseum bellen op het moment dat een hoop bejaarden op hun buik naar lucht liggen te happen?  Of juist alles op alles zetten om te voorkomen dat ze in deze benauwde zeehondjespositie op een IC belanden. Als je dan het Rijksmuseum gaat bellen dan is er iets goed mis met je. Vroeger zeiden wij: “Die halvegare is hartstikke koekoek!”

Maar de museumdirecteur heeft dus met betraande ogen naar deze tere kunstzielen in nood geluisterd. Uiteraard vroeg hij in het interview de overheid indirect om geld voor zijn kunsttoko in nood. Ik dacht: hij kan natuurlijk ook een of twee van die doekjes verkopen. Een Vermeer en een Rembrandt bijvoorbeeld. Een kniesoor die het merkt. Doekjes voor het bloeden.

Ik moest vooral lachen om de melodramatische toon van het interview. Gelukkig viel het woord ‘snakken’ al in de eerste alinea. Dibbits snakt naar de heropening. Zoals op dit moment heel Nederland snakt. De strandtenthouders, de sportschoolboeren, het artiestenvolk, de sekswerkers, het voetbalpubliek. Ons land is één grote snakbar.

Lees de gehele column

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Geef uw reactie! Alle reacties worden na een beoordeling geplaatst. Anonieme berichten worden niet geplaatst. .