Het is de laatste dagen heet, ook in de auto. Het AD publiceert daarom een handig artikel waarin de zes fouten bij het gebruik van airco in de auto worden benoemd en belangrijker: hoe het wel moet.
We citeren de tips van Niek Schenk en Erik Kouwenhoven.
1. De airco bij het instappen meteen op de koudste stand en met de grootste blaaskracht inschakelen
Beter is het om de portieren en de ramen eerst een minuut te openen voordat je de airconditioning aanzet. Met deze eenvoudige handeling is de temperatuur in het interieur al significant te verlagen. Menig moderne auto heeft een afstandsbediening in de vorm van een kaartje of sleutel. Wanneer je auto binnen bereik van de afstandsbediening is – soms is dat al op een afstand van meer dan 100 meter – houd dan de knop van de ontgrendeling van je afstandsbediening enkele seconden ingedrukt.
Talloze moderne auto’s hebben een functie waarmee je op die manier in één beweging alle ramen tegelijkertijd opent als je aan komt lopen. Als je een schuifdak hebt, gaat dat zelfs ook nog open. Daardoor waait in ieder geval de ergste hitte uit je auto en wordt de binnenkant al snel koeler door de koudere buitenlucht. Zodra de auto is geventileerd, kun je instappen, de portieren en ramen sluiten en de airconditioning inschakelen.
2. Wegrijden met alle ramen open om de hitte eruit te laten
Je zou denken dat met de ramen open de warme lucht sneller ontsnapt, maar een auto koelt juist sneller als je de ramen dicht laat, omdat er dan geen koude aircolucht ontsnapt en er geen warme lucht binnenkomt. Schakel daarbij eerst ook de interne recirculatie in, want hierdoor zal het interieur nog sneller afkoelen. Stel pas na een minuut of vijf weer de toevoer van de buitenlucht open. Hierdoor zal het systeem de luchtstroom gelijkmatiger en efficiënter verdelen.
3. De airconditioning ’s ochtends vroeg nog niet inschakelen, omdat het dan nog kil is
In Nederland kan het ’s zomers in de ochtend best koel zijn, daardoor ben je geneigd om eerder de verwarming in plaats van de airco aan te zetten. Toch is het dan vaak verstandig om meteen de airconditioning aan te zetten. Zo voorkom je dat de ramen beslaan als de buitentemperatuur enigszins begint te stijgen.
4. De uitstroomopeningen verkeerd richten
,,Zet de temperatuur eens wat lager, ik voel niks”, is in de zomer een veel gehoorde opmerking van passagiers in de auto. Meestal is het echter geen kwestie van een te hoog ingestelde temperatuur, maar de richting waarin de koude lucht door de auto stroomt. Om een gelijkmatige verdeling van de luchtstroom te krijgen, moeten de uitstroomopeningen naar boven wijzen en dus niet naar de gezichten van de inzittenden. Met deze eenvoudige handeling stroomt de lucht mooi rond door het interieur van de auto en bereikt de koelte iedere passagier. Bovendien: warmte stijgt en alleen daarom al is het verstandig de openingen naar boven te richten, opdat er zo snel mogelijk wordt gekoeld.
5. De airco te koud zetten
Het verschil tussen buiten- en binnenlucht mag idealiter niet meer dan zo’n 8 graden Celsius zijn. Mensen die problemen hebben met hun bloedsomloop kunnen zelfs flauwvallen als de overgang tussen warm en koud te groot is. Richt de waaier overigens niet direct op het lichaam, ook al voelt dit extra verkoelend. Dit kan spierklachten veroorzaken, zoals een stijve nek. In de regel volstaat een maximaal verschil van 5 graden tussen binnen en buiten. Dat is ook beter voor het brandstofverbruik.
6. Geen onderhoud
Veel airco-systemen lijden onder achterstallig onderhoud. Een automerk als Seat adviseert om de filters om de 15.000 tot 20.000 kilometer te vervangen om een verminderde werking te voorkomen. Na een paar jaar zal het ook nodig zijn om het ‘koudemiddel’ aan te vullen. Achterstallig onderhoud en een gebrek aan reiniging kan bovendien leiden tot bacteriële schimmels in het systeem, en die veroorzaken stank in de auto.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Geef uw reactie! Alle reacties worden na een beoordeling geplaatst. Anonieme berichten worden niet geplaatst. .