Translate

vrijdag 23 februari 2024

Jan de Koning: een relativerende, sympathieke, maar nog wel ondoorgrondelijke politicus

U hebt het al eerder in één van mijn blogs kunnen lezen: ik ben een fervent verslinder van (auto-) biografieën van vooral Nederlandse politici. Ze geven je vaak een heel andere en zeer verrassende kijk op historische politieke gebeurtenissen en personen.


Ik heb inmiddels de - vaak dikke - boekwerken gelezen over het leven van (in willekeurige volgorde) Joop den Uyl, Bernard Bot, Jan Terlouw, Wim Meijer, Ruud Lubbers, Maarten van Traa, Sharon Gesthuizen, Herman Wijffels, Femke Halsema, Max van der Stoel, Abraham Kuyper, Huub Oosterhuis, Hans Wiegel en Barend Biesheuvel. Daar is deze week de biografie over Jan de Koning (zie foto hierboven) bijgekomen. 

Recensies
In vele Nederlandse dagbladen en tijdschriften zijn recensies over het boek verschenen. Hierna volgt de recensie van Wilfred Scholten in het dagblad Trouw.

CDA-politicus Jan de Koning (1926-1994) wilde geen gelijk, maar begrip

Historicus Peter Bootsma schreef een boeiende biografie over CDA-politicus Jan de Koning. Toch wil je meer weten.

Wat missen we in deze politiek bizarre en onzekere tijd een politicus als Jan de Koning! Dat is het gevoel bij het lezen van de biografie over de CDA-prominent van historicus Peter Bootsma. Uit dit boek rijst een beeld op van een politicus die nuchter is, met boerenverstand, relativerend en gespeend van ijdelheid. Met altijd een glimlach om de mond. Die op innemende wijze, verzoenend en met kennis van zaken ruim twintig jaar op het Binnenhof een gezaghebbende rol heeft gespeeld.

Vijanden had hij daar niet, en erbuiten waarschijnlijk maar één: schrijver en wetenschapper W.F. Hermans. In 1971 stelde De Koning Kamervragen over de professor aan de Rijksuniversiteit Groningen: er waren klachten over Hermans’ veelvuldige afwezigheid. Na drie rapporten en hevige interne strijd nam Hermans uiteindelijk zelf ontslag. Nadien noemde hij De Koning een ‘gereformeerde glimpieper’ met een ‘leugenaarstronie’.

‘Zonder de Koning geen CDA’
De Koning wist als voorzitter van de ARP na het vertrek van partijleider Barend Biesheuvel in 1973 een scheuring in de partij te voorkomen. Dat Willem Aantjes als zijn opvolger het kabinet Den Uyl wél wilde en het CDA niet, maakte de zaak nog complexer. De Koning moest al zijn diplomatieke gaven inzetten om de achterban bijeen te houden. Het verschil tussen scherpslijper Aantjes en pragmaticus De Koning werd treffend weergegeven in een citaat van de laatste: hij wilde dat de partijleden begrip voor hem hadden. “Willem wilde dat ze hem gelijk gaven.” De Koning wist zodoende de ARP ‘spartelend’ het CDA in te loodsen. ‘Zonder De Koning geen CDA’, schreef Trouw-commentator Willem Breedveld.

In de ontwikkeling van Jan de Koning tot raspoliticus speelde de oorlog in eigen land en in Nederlands-Indië een grote rol. Als 17-jarige in het verzet deed hij mee aan een gewapende overval, voor de politionele acties daarna meldde hij zich aan als vrijwilliger. Beide ervaringen leerden hem zijn woede in te houden, beheerst te reageren en af te wachten als dat nodig is.

Het zou hem in zijn latere loopbaan van pas komen als verbinder en compromiszoeker, zowel als Kamerlid, lid van het Europees parlement als latere minister van diverse departementen. ‘Het begrijpen van de ander vormt in feite de basis voor iedere communicatie’, was zijn parool. Daarbij hielp het dat hij op een vriendelijke toon een slechte boodschap kon verpakken. Tegen een kritische Wim Kok zei hij eens: ‘De borden staan nat in het rek, ze moeten worden afgedroogd, wat wil je nou?’ Het debiteren van dit soort boerenwijsheden was zijn handelsmerk. De titel van de biografie is eraan ontleend: ‘Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan’.

Een stap opzij
De grote kracht van De Koning was zijn bereidheid om een stap opzij te doen. Toen hij Van Agt kon opvolgen als minister-president, maakte hij ruimte voor iemand die hij hoger had zitten: Ruud Lubbers.

Wat zich wreekt, is dat de biograaf niet de beschikking had over een dagboek of briefwisseling met andere politici. Brieven tussen de jonge, verliefde Jan en zijn latere vrouw Molly waren er wel, maar ontboezemingen van de politicus De Koning niet.

Wat waren nu precies zijn drijfveren? En waarom koos hij ondanks zijn zwakke gezondheid en de weerstand van zijn vrouw Molly steeds weer voor een zware ministerspost? Hoe (vals) bescheiden was hij eigenlijk? Als lezer wil je dichterbij komen, zeker bij zo’n sympathieke, maar introverte persoonlijkheid. Toch kan deze boeiende biografie stof tot nadenken geven voor de huidige lichting politici, worstelend met polarisatie en wantrouwen.

Andere recensies:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Geef uw reactie! Alle reacties worden na een beoordeling geplaatst. Anonieme berichten worden niet geplaatst. .