Pas sprak een treinmachinist op het traject Utrecht-Rotterdam de volgende gedenkwaardige woorden:
'Beste reizigers, ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws. Het slechte is dat de treinreis ten einde is. Het goede dat we op tijd zijn gearriveerd in Rotterdam'.
Vervolgens wenste hij de passagiers niet alleen een heel fijne, maar ook een bijzonder aangename dag toe.
Met bovenstaande leuke anecdote begint de immer raak schrijvende columnist Willem Pekelder een column in het dagblad Trouw met als titel 'Beste reizigers'.
Hij vervolgt zijn column als volgt:
Je hoort het vaak in treinen en op stations: opbeurende mededelingen. Alle kabelbreuken, herfstblaadjes en sneeuwvlokken ten spijt, de NS blijft altijd optimistisch. 'De vertraging neemt af', is een veelgehoorde oppepper, waarbij helaas zelden wordt vermeld met hoeveel minuten. Of: 'We zijn volgens tijdschema vertrokken'. Je denkt: een bakker pocht toch ook niet als hij een krentenbol heeft verkocht?
Maar je kan het ook anders bekijken: de NS probeert ons moed in te spreken. Als je zelfs een trein die op elk station stopt een sprinter durft te noemen moet je wel over een zeer positieve inborst beschikken. De NS geeft iets doodgewoons een gouden glans: de tocht verloopt weliswaar uiterst traag, maar als je jezelf inprent dat je in een sprinter zit, gaat het een stuk sneller.
Waarna Pekelder mediteert over 'de macht van het kleine', het 'vlindereffect' en 'Benedictijnse spiritualiteit'. Waartoe een treinreis al niet kan leiden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Geef uw reactie! Alle reacties worden na een beoordeling geplaatst. Anonieme berichten worden niet geplaatst. .