Opscheppen
Twee boeren zijn tegen elkaar aan het opscheppen.
Zegt de ene boer tegen de andere boer: "Als ik met mijn tractor om mijn akker heen moet rijden dan ben ik twee dagen aan het rijden."
Zegt de ene boer tegen de andere boer: "Als ik met mijn tractor om mijn akker heen moet rijden dan ben ik twee dagen aan het rijden."
Zegt de andere boer: "Ja zo'n tractor heb ik ook gehad."
Goed gedaan
Een boer loopt op een ochtend naar zijn weilanden. Op een gegeven moment komt hij de pastoor tegen en al pratend lopen ze samen verder. De boer loopt alsmaar op te scheppen over zijn kwaliteiten. Als ze bij het eerste weiland zijn aangekomen, zegt die boer: "Moet je dit weiland van mij eens zien. Mooi groen gras, goed vlak gemaakt, dat heb ik toch maar effe goed gedaan!" Waarop de pastoor zegt: "Ja, met Gods hulp hè." "Ja ja, met Gods hulp", zegt de boer met tegenzin.
Als ze bij het tweede weiland van die boer zijn aangekomen, zegt de boer prompt: "Dit weiland is ook van mij, kijk, geen onkruid, geen kuilen, dat heb ik toch maar weer even goed gedaan hè!" Waarop de pastoor weer antwoordt: "Maar met Gods hulp hè!" "Ja ja, ook met Gods hulp hoor", zegt de boer.
Bij het derde weiland van de boer zegt de pastoor: "Is dit weiland ook van u?" "Ja", zegt de boer. "Nou? zegt die pastoor, "dit ziet er niet zo mooi uit met al dat onkruid en die stenen en zo." "Tja," zegt de boer, "dat heeft 'ie alleen gedaan."
Goed gedaan
Een boer loopt op een ochtend naar zijn weilanden. Op een gegeven moment komt hij de pastoor tegen en al pratend lopen ze samen verder. De boer loopt alsmaar op te scheppen over zijn kwaliteiten. Als ze bij het eerste weiland zijn aangekomen, zegt die boer: "Moet je dit weiland van mij eens zien. Mooi groen gras, goed vlak gemaakt, dat heb ik toch maar effe goed gedaan!" Waarop de pastoor zegt: "Ja, met Gods hulp hè." "Ja ja, met Gods hulp", zegt de boer met tegenzin.
Als ze bij het tweede weiland van die boer zijn aangekomen, zegt de boer prompt: "Dit weiland is ook van mij, kijk, geen onkruid, geen kuilen, dat heb ik toch maar weer even goed gedaan hè!" Waarop de pastoor weer antwoordt: "Maar met Gods hulp hè!" "Ja ja, ook met Gods hulp hoor", zegt de boer.
Bij het derde weiland van de boer zegt de pastoor: "Is dit weiland ook van u?" "Ja", zegt de boer. "Nou? zegt die pastoor, "dit ziet er niet zo mooi uit met al dat onkruid en die stenen en zo." "Tja," zegt de boer, "dat heeft 'ie alleen gedaan."