Ruim 90%
Die eerste plek blijkt uit onderzoek in bijna driehonderd tuinen, balkons, groene daken en parken dat werd geleid door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). De pissebed, de spin en de regenworm komen voor in ruim 90 procent van de Nederlandse tuinen. Andere veel voorkomende bodemdieren zijn de huisjesslak en de naaktslak (beiden ruim 80 procent), de mier (72 procent) en de duizendpoot (61 procent).
Naam?
De naam Pissebed is van raadselachtige oorsprong. Meerdere bronnen zeggen, dat deze naam in vroegere tijden is ontstaan, toen men nog geloofde dat het bedplassen van kinderen kon worden verholpen door gedroogde pissebedden te vermalen en in het bed te strooien. Een andere verklaring is dat grote aantallen pissebedden vaak bij elkaar schuilen op donkere, vochtige plekken die dan naar pis gaan ruiken. Het teveel aan stikstof scheiden ze uit als ammoniak, vandaar.
Andere namen
Pissebedden hebben in verschillende streken andere namen. In de buurt van Vinkeveen en omstreken werden ze keldervarkens genoemd. In het zuiden van Limburg worden de pissebedden gewoon varkens genoemd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Geef uw reactie! Alle reacties worden na een beoordeling geplaatst. Anonieme berichten worden niet geplaatst. .